Soms beginnen wandelingen in stilte. Geen voorstelrondje, geen lijstje met vragen, geen direct doel. Gewoon samen lopen. Stap voor stap. Adem in, adem uit. En juist in die stilte gebeurt er iets bijzonders.
Ik denk terug aan een wandeling met een jongeman van halverwege de twintig. Hij had het moeilijk – dat was duidelijk. Zijn ogen vermeden de mijne, zijn schouders hingen wat naar voren. “Ik weet eigenlijk niet wat ik moet zeggen,” mompelde hij bij het beginpunt. En ik knikte. “Dat hoeft ook niet.”
We begonnen te lopen, het bos in. Eerst over een verhard pad, later over een zanderig spoor dat slingerde tussen de bomen. We hoorden het geritsel van bladeren, het zachte roffelen van een specht ergens in de verte. Onze voeten maakten ritme op het pad, en de natuur nam het gesprek over.
Na een half uur kwam er een zucht. Daarna wat woorden. Geen verhaal, geen analyse – maar een gevoel dat werd gedeeld. “Ik ben zo moe van alles.” En weer liepen we verder. Soms met een paar zinnen, vaak in stilte. Alsof de bomen onze gedachten vasthielden en ze langzaam loslieten in de wind.
Toen we na anderhalf uur terugkeerden bij de parkeerplaats, keek hij me aan en zei: “Ik voel me lichter. Niet omdat alles is opgelost… maar gewoon, omdat het er even mocht zijn.” En ik wist: dit is de kracht van stilte. Van ruimte. Van natuur.
We leven in een wereld vol prikkels, meningen, verwachtingen. Maar het leven vraagt niet altijd om een oplossing. Soms vraagt het alleen om aanwezigheid. Om samen te zijn, zonder oordeel. In stilte. In verbondenheid.
De stilte spreekt – als we durven luisteren. En ik nodig je uit om mee te luisteren. Mee te lopen. Niet om alles op te lossen, maar om samen te ademen. Samen te zijn.
Zet die eerste stap. Ik loop in stilte met je mee.