Een overdenking bij Jesaja 40:1–11
Stel je voor dat je op een plek bent waar je niet wilt zijn. Misschien een werksituatie die je uitput, een opdracht die eindeloos lijkt, of een fase waarin je afhankelijk bent van anderen om verder te kunnen. En je denkt: hoe lang nog?
Dat is precies de situatie waarin het volk Israël zich bevond. Weggevoerd uit hun eigen land, levend in ballingschap in Babylon. De dagen gleden voorbij zonder uitzicht, zonder hoop. Het leek alsof God hen vergeten was. Maar dan, midden in die uitzichtloosheid, klinkt er een stem:
“Troost, troost Mijn volk! Zie, uw God!” – Jesaja 40:1
Gods aanwezigheid wordt zichtbaar
Als je iemand écht wilt leren kennen, let dan eens op zijn lichaamstaal. Wat zeggen zijn handen, zijn mond, zijn adem en zijn armen? Die geven een diepere indruk van wie iemand is.
Zo openbaart God Zich in Jesaja 40. Niet vaag of afstandelijk, maar heel tastbaar. Laten we vier kenmerken van Gods aanwezigheid bekijken, zoals ze in deze verzen naar voren komen:
1. Zijn hand die regeert
In vers 2 lezen we dat Israël “dubbel heeft ontvangen voor al zijn zonden.” Dat klinkt misschien als oneerlijke straf, maar het Hebreeuwse woordgebruik wijst eerder op: meer dan voldoende ontvangen. Gods hand straft niet eindeloos, maar handelt rechtvaardig en met een doel: herstel.
2. Zijn mond die belooft
“Want de mond van de HEERE heeft gesproken” (vers 5). Deze uitspraak klinkt als een zegel. Het is de goddelijke garantie dat het werkelijk zal gebeuren. Gods woorden zijn niet loze beloften – ze zijn werkelijkheid in wording. Al aan het begin van Jesaja klinkt diezelfde formule: de HEERE heeft het gesproken.
3. Zijn adem die levend maakt
In vers 7 staat dat het gras verdort en de bloem verwelkt, “wanneer de adem van de HEERE daarover waait.” Het Hebreeuwse woord voor adem is rûach – dezelfde adem die in Genesis 1:2 over de wateren zweefde bij de schepping. Gods adem is krachtig, levengevend, maar ook zuiverend. Alles wat onecht is, houdt geen stand.
4. Zijn armen die dragen
In vers 10 en 11 lezen we over de machtige arm van de HEERE die heerst, maar ook over Zijn tedere zorg: “Hij zal Zijn kudde weiden… de lammeren in Zijn armen bijeenbrengen.” Dezelfde armen die verlossen, zijn ook de armen die dragen, troosten en nabij zijn.
Spurgeon schreef bij Deuteronomium 33:27:
“Eeuwige armen – die nooit verslappen, nooit moe worden, nooit hun kracht verliezen. Ze zijn onze schuilplaats, onze woonplaats, onze steun.”
Maar wat als je die troost niet voelt?
Misschien denk je: ik voel die troost niet altijd. Soms lijkt God ver weg. Soms is alles zo overweldigend. Dat herken ik – en dat herkende Israël ook. In de ballingschap was het donker en uitzichtloos. Maar juist daar klonk het:
“Troost, troost Mijn volk.”
Niet: vergeet het maar, maar: jullie zijn Mijn volk, Ik ben jullie God. Die woorden zijn de basis van Zijn trouw – en die verandert niet.
Wat betekent dit voor jou?
Durf jij je leven toe te vertrouwen aan deze God? Niet alleen als alles goed gaat, maar juist wanneer je omstandigheden moeilijk zijn?
Jesaja 40 nodigt je uit om verder te kijken dan vandaag. Om je vast te houden aan Zijn woorden, aan Zijn kracht, aan Zijn nabijheid.
Ziehier, jullie God.
Hij is er. Altijd!